De 4 belangrijkste wijzigingen in de nieuwe Wet franchise
28 juni 2021 |
nieuws | door: Thomas Devens
Franchisegevers en franchisenemers opgelet. Sinds 1 januari 2021 is de nieuwe ‘Wet franchise’ van kracht. Waar de franchiseovereenkomst voorheen nog geen wettelijke bepalingen kende, is dat nu wel het geval. In deze korte blog zet ik de belangrijkste wijzigingen uiteen, zodat franchisegever en -nemer weten waar zij op moeten letten.
1. Goed Franchisenemer, goed franchisegever (art. 7:912 BW)
Van franchisegever en franchisenemer wordt verwacht dat zij zich tegenover elkaar gedragen als een goed franchisegever en een goed franchisenemer. Met andere woorden: zij dienen zich te gedragen zoals een redelijk persoon zich tegen de ander gedraagt. Hoewel dit uiteraard al langer aan de basis ligt van iedere goede (franchise)relatie, is deze verplichting pas recent wettelijk vastgelegd. Dit betekent dat franchisegever en -nemer zich nog meer bewust dienen te zijn van hun gedrag tegenover elkaar.
2. Informatieverschaffing door franchisegever en franchisenemer (art. 7:913 lid 1 en lid 2 BW en art. 7:919 BW)
Zowel voorafgaand aan het aangaan van de franchiseovereenkomst als tijdens de verdere samenwerking, dienen franchisegever en franchisenemer elkaar tijdig te voorzien van juiste informatie en ondersteuning. Het gaat daarbij om informatie die de andere partij in staat stelt een afgewogen beslissing te nemen over het wel/niet aangaan van de franchiseovereenkomst en de voorwaarden daarvan. Denk daarbij aan het verschaffen van informatie over hun financiële positie en het overhandigen van de concept-franchiseovereenkomst door franchisegever aan franchisenemer.
3. Standstill-periode (art. 7:914 BW)
De nieuwe Wet franchise brengt met zich mee dat – na de informatieverstrekking voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst – een ‘standstill-periode’ van 4 weken verplicht is. In deze periode kan men verder onderzoek doen, advies inwinnen en/of extra overleg plegen.
4. Onderzoeksplicht franchisenemer (art. 7:915 BW)
Om te voorkomen dat een franchisenemer onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst, is in de nieuwe Wet franchise een wettelijke verplichting tot het doen van onderzoek opgenomen.
Naast bovenstaande onderwerpen bevat de nieuwe Wet franchise ook regels omtrent de Goodwill van de franchiseonderneming (art. 7:290 lid 1a BW), het opnemen van een non-concurrentiebeding (art. 7:920 lid 2 BW) en het instemmingsrecht van de franchisenemer (art. 7:921 lid 1 BW).
Heeft u vragen over uw franchiseovereenkomst, bent u voornemens een franchiseconcept te ontwikkelen of heeft u vragen over uw verplichtingen naar aanleiding van de nieuwe Wet franchise? Neem dan vrijblijvend contact met ons op!