Veel gestelde vragen en antwoorden

Uitgangspunt is dat u gebonden bent aan de huurovereenkomst zoals die is gesloten met uw verhuurder. Zowel u als de verhuurder dienen de gemaakte afspraken na te komen: zo ook de betalingsverplichting. Op dit uitgangspunt zijn mogelijkerwijs uitzonderingen. In de afgelopen maanden is meermaals door rechters geoordeeld dat er onder omstandigheden aanspraak kan worden gemaakt op 50% huurprijsvermindering. Meer informatie in dat kader leest u in ons recente blogartikel.

Op grond van de regeling voor onvoorziene omstandigheden ex art. 6:258 BW kunt u de rechter vragen een overeenkomst te wijzigen of geheel of gedeeltelijk te ontbinden. De rechter kan dat doen wanneer er sprake is van onvoorziene omstandigheden die van zodanige aard zijn dat het ongewijzigd in stand laten van de overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is ten aanzien van de desbetreffende partij. Betoogd zou kunnen worden dat dit in het geval van de huidige coronacrisis het geval is. 

Voor meer informatie lees ons recente blog over de aanspraak op huurprijsvermindering. 

Het zou eventueel mogelijk kunnen zijn om te betogen dat er, indien een onderneming dient te sluiten op last van de gemeente, sprake is van een “gebrek” aan het gehuurde. Het pand kan dan immers niet meer het genot verschaffen dat de huurder op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Op grond van de wet kan de huurder in een dergelijk geval onder omstandigheden een beroep doen op een dergelijk “gebrek” door het vragen van huurprijsvermindering. Voorwaarde is wel dat het gebrek niet volgens de in het verkeer geldende opvattingen voor rekening van de huurder komt. Over de vraag of dit laatste al dan niet het geval is kan gediscussieerd worden.

Voor meer informatie, lees ons uitgebreide recente blog over dit onderwerp. 

Bel ons nu